
To boldly go where no one has gone before. Star Trek is een van de meest bekende verhalen als het gaat om het verkennen van de onontdekte ruimte. En toch, elke keer als ik het kijk, voel ik een tegenstelling. De ruimte waar het ruimteschip Enterprise doorheen navigeert mag dan misschien nieuw zijn, maar het schip zelf doet mij het meest denken aan een vliegend kantoorgebouw. Een icoon van de naoorlogse kantoorcultuur, met het managementteam op de brug. Vanuit het kantoor verken je als senior teamlid nieuwe markten, samen met een naamloze bemanning die gewillig plaatsmaakt als er iets goed gedaan moet worden.
Door digitalisering hebben we op individueel niveau een eigen Enterprise in handen gekregen. Een eigen brug, met onze eigen digitale middelen. We zijn niet langer afhankelijk van een kantoorgebouw om nieuwe richtingen te verkennen. In potentie kunnen we allemaal netwerken om ons heen organiseren, en een eigen rol vervullen in het creëren van beweging en mogelijk maken van verandering. De naamloze bemanning is een genetwerkte bemanning geworden.
Waar de Enterprise voor mij – naast heerlijk kijkvoer – een symbool is voor de 20ste-eeuwse manier denken over innovatie, zie ik genetwerkte initiatieven en organisaties als de pioniers van nu. Of ze nu bottom-up zijn ontstaan vanuit gedeelde drijfveren, of geïnitieerd vanuit beleid of strategie: netwerkinitiatieven kunnen disciplines en organisaties overstijgen door beweging te creëren en zo oplossingen en ontwikkeling mogelijk te maken. Voor startende initiatieven speelt de kernvraag hoe je deze beweging in gang zet: hoe werkt de brug van een netwerkinitiatief? Dat verken ik in deze post.
Terug naar het gedeelde speelveld
Om vooruit te gaan, is het eerst goed om kort terug te kijken. Ik heb in een eerdere post het idee van het gedeelde speelveld behandeld (zie: https://www.twaneikelenboom.nl/onderzoek/gedeelde-speelvelden-termen-web-20-locative-media-e-cultuur/). Gedeelde speelvelden kunnen allerlei vormen hebben. Zo kan een term of concept leiden tot een nieuw gedeeld speelveld waarin allerlei actoren aanwezig zijn. Denk aan data science of Web 2.0. Complexe vraagstukken kunnen leiden tot nieuwe gedeelde speelvelden, denk aan klimaat- en coronacrisis. Maar gedeelde speelvelden kunnen ook plekken zijn.
Het verschil tussen het netwerk en het gedeelde speelveld is dat mensen in het speelveld niet per se verbonden zijn. In het door een idee, urgentie, vraagstuk, drijfveren, beleid of strategie ontstane of geïnitieerde gedeelde speelveld is er potentie tot verbinding tussen iedereen met een relatie tot het vraagstuk, de plek, het werkveld, de toepassing, de term. Het netwerk is al verbonden: compatibel. Het gedeelde speelveld biedt een manier om te denken over potentie tot verbinding: compatibiliteit.
Deze potentie tot verbinding is niet zozeer van organisatie tot organisatie, maar van mens tot mens. Dit inzicht komt onder meer uit een gesprek met Harald Dunnink, medeoprichter van De Correspondent, dat ik samen met sociaal ondernemer Ruurd Priester deed in het kader van het boek In Search Of Future-Proof Corporations (zie: https://eburon.nl/product/in-search-of-future-proof-corporations/).
Harald antwoordde op de vraag wat hij ziet als een corporation – of grootschalige organisatie – dat het eigenlijk een grote groep mensen is die samenwerkt. Deze inzoom op de mens, voorbij bestaande muren en grenzen, is een belangrijke factor voor discipline- en organisatieoverstijgende samenwerkingen – en daarmee voor netwerkinitiatieven. Door in te zoomen en te verbinden op het menselijk niveau, kun je voorbij de grenzen van disciplines en organisaties gaan.

Wat is beweging creëren?
Beweging staat voor ontwikkeling van een ruimte – het gedeelde speelveld – over tijd. Welke richting deze beweging is, kan worden ingegeven door de intrinsieke drijfveren, het beoogde beleid, de strategie, de wens om een complex vraagstuk op te lossen, maar ook door nieuwe mogelijkheden, technologieën of innovaties. Het netwerkinitiatief kan de pionier zijn die verbindingen tussen mensen mogelijk maakt en aanjaagt om zo het gedeelde speelveld in beweging te zetten.
Het initiatief creëert een nieuwe gezamenlijkheid – een protocol – om van een bestaande situatie naar een nieuwe situatie te gaan. Bijvoorbeeld: van niet-verbonden naar verbonden; van grijs naar groen; van onbekwaam naar versterkt; van gesloten naar open; van technologie- naar mensgericht; van disciplinegericht naar disciplineoverstijgend. Wat achter ‘van’ staat is de huidige situatie. Wat achter ‘naar’ staat het perspectief: de nieuwe situatie. De tijd tussen het van- en naar-moment is de beweging.
Nu het duidelijk is waar ik op doel als ik het heb over beweging creëren (van … naar …), is het tijd om de vraag te stellen hoe je als netwerkinitiatief beweging in gang kunt zetten. Dit doe ik op basis van onderstaande vijf handvatten. Zie ze niet als een checklist, want elk netwerkinitiatief heeft een eigen unieke mix, focus en aanpak.
- Bepaal directe acties, om indirecte verandering mogelijk te maken
- Zoom in op kwaliteiten, en plaats ze in nieuwe contexten
- Organiseer laagdrempelige ontmoetingen, rond gedeelde drijfveren
- Betrek de hele keten, want je hebt kwaliteiten en middelen nodig
- Deel kennis, geen stickers
1. Bepaal directe acties, om indirecte verandering mogelijk te maken

Door bepaalde acties in te zetten, kan een netwerkinitiatief compatibiliteit creëren tussen mensen: een gedeelde ruimte waarin, door samenwerking, een verandering plaats kan vinden. Wat belangrijk is om te beseffen, is dat je controle hebt over de directe acties die je inzet, maar om van een bestaande naar een nieuwe situatie te gaan is participatie, inbreng en ontwikkeling vanuit het gedeelde speelveld nodig.
In je rol als aanjager, verbinder, versneller en facilitator activeer je met jouw acties anderen, die nodig zijn om de beweging samen te realiseren. Je creëert (tijdelijke) ruimtes waarin anderen samen kunnen komen. Denk aan een document dat inzicht geeft in een vraagstuk, plek of kwaliteiten die je in huis hebt. Of ontmoetingen, experimenten of pilots waar betrokkenen met elkaar uitwisselen en ontwikkelen. Dit zijn voorbeelden van de directe acties die je zelf bepaalt en inzet, en ook kunt leveren.
Waar je geen directe controle over hebt, is de vorm of uitwerking van de verandering. Het kan zelfs zijn dat de verandering een andere vorm heeft dan je als kernorganisatie of initiator zelf voor ogen hebt. Dat is het verschil tussen een claim leggen op het gedeelde speelveld en elkaar zien als concurrent (de 20ste-eeuwse aanpak), of het faciliteren en aanjagen van een beweging richting een nieuwe situatie (de 21ste-eeuwse aanpak).
Maak je dus voor aanvang van het netwerkinitiatief een plan waar je op wilt gaan sturen, wees je dan bewust dat indirecte verandering te meten is door impact, beweging en verandering over tijd te onderzoeken. Hoe is het gedeelde speelveld over tijd veranderd? Welke beweging zie je? Hoe hebben je acties hieraan bijgedragen? Hoe kan je jouw acties verbeteren?
2. Zoom in op kwaliteiten, en plaats ze in nieuwe contexten
Complexe vraagstukken, plekken en toepassingen kennen geen grenzen. Want waar de ene discipline ophoudt, is de ander alweer nodig. Een goed startpunt om discplineoverstijgende samenwerking te verkennen, is door in te zoomen op de menselijke kwaliteiten en expertise. Vanuit dit inzicht kun je vervolgens makkelijker verbreden, door nieuwe verbindingen te leggen met aanvullende kwaliteiten in andere disciplines.
In het geval van onderzoek bijvoorbeeld betekent dit de inzoom op specifieke onderzoeksgroepen en de mensen daarin. Welke specialisaties en kwaliteiten zijn er die bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van een nieuwe toepassing in de praktijk, een oplossing voor een complexe vraagstuk, of de ontwikkeling van een plek? Vervolgens plaats je deze kwaliteiten in de nieuwe context van het gedeelde speelveld. Zo overstijg je bestaande structuren als de discipline, faculteit of organisatie.

Een voorbeeld van zo’n inzoom op kwaliteiten en het herplaatsen in een nieuwe context is een expertisemap van netwerkorganisatie Amsterdam Data Science (zie: https://amsterdamdatascience.nl/), die ik heb ontwikkeld met en voor de samenwerkende partners Universiteit van Amsterdam, VU Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam en het Centrum voor Wiskunde en Informatica. Het doel van deze expertisemap was om inzicht te krijgen in datagerelateerde expertise die van waarde kan zijn voor de ontwikkeling van stad en regio. Aan de basis van de map staan een serie interviews (inzoom op kwaliteiten) en een gezamenlijke bijeenkomst (samen kwaliteiten in de nieuwe context plaatsen, zie template).
Nog een voorbeeld is het Art & Society-programma van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (zie: https://www.ahk.nl/cultureclub/art-society/) waar alumni vanuit alle academies – die zich in de transitie bevinden van studie naar praktijk – met elkaar disciplineoverstijgende methodieken toepassen en ontwikkelen. Mensen komen samen, om inzicht te krijgen in elkaars kwaliteiten en daarop voort te bouwen.
3. Organiseer laagdrempelige ontmoetingen, rond gedeelde drijfveren

Mensen die vanuit gedeelde drijfveren samenkomen om een bestaande situatie te veranderen, kunnen krachtiger zijn dan de bestaande structuren die ze proberen te overwinnen. Het essay Networked Collaborations in the Dutch Energy Transition van Ruurd Priester (uit de eerdergenoemde publicatie In Search of Future-Proof Corporations), waarin hij zijn ervaringen in de energietransitie in Nederland deelt, laat dit goed zien. In plaats van losstaande nodes in een gedeeld speelveld, kunnen mensen door genetwerkte coördinatie en organisatie een verandering in gang zetten die grotere spelers in het speelveld forceert om mee te bewegen.
Voor netwerkinitiatieven die starten met community building is het organiseren van regelmatige, laagdrempelige ontmoetingen belangrijk. Deze ontmoetingen zijn een basisingrediënt van de aanpak van de Knowledge Mile. Dit initiatief is ontstaan vanuit een groep van kennisinstellingen, vanuit de wens om meer betrokken te zijn bij de eigen omgeving: de Weesperstraat en Wibautstraat. Aanvankelijk was de transformatie van een grijze naar een groene omgeving, ondersteund door de denkkracht van studenten en onderzoekers, een belangrijke drijfveer.
Inmiddels is het Knowledge Mile-initiatief uitgegroeid tot een diverse gemeenschap met ondernemers (georganiseerd in de BIZ Knowledge Mile, zie https://knowledgemile.amsterdam) en gemeente (Knowledge Mile Park, zie: https://knowledgemilepark.nl/) als mede-kartrekkers. Samen werken ze nu niet alleen aan vergroening, maar breder aan verbetering van het leef- en werkklimaat (zie ook dit interview met BIZ-community manager Cora Kreikamp over de werkwijze: https://magazine.hva.nl/bewogen-stad-klimaatverandering/knowledge-mile-interview-cora-kreikamp/).
Vanaf de start bieden Morning Meetups een vaste mogelijkheid tot ontmoeting voor iedereen die benieuwd is en de drijfveren van het initiatief deelt – van medewerkers uit organisaties tot bewoners en ondernemers. Vanuit laagdrempelige ontmoetingen en gedeelde drijfveren kunnen vervolgens incidentele en zelf structurele samenwerkingen rond het gedeelde Knowledge Mile-speelveld ontstaan. Het start bij de ontmoeting. Vanuit de Hogeschool van Amsterdam is een online handboek gemaakt met onder meer de initiële werkwijze, met ook aandacht voor het belang van activiteiten (zie: https://www.notion.so/Activiteiten-c2d844e8091c4b70bab481a968592668).
4. Betrek de hele keten, want je hebt kwaliteiten en middelen nodig

Een praktische voorwaarde voor beweging in het gedeelde speelveld, is dat je zowel kwaliteiten als middelen nodig hebt. Met kwaliteiten en zelforganisatie alleen kom je een heel eind, maar uiteindelijk zijn het middelen en mogelijkheden van bijvoorbeeld overheden, organisaties en bedrijfsleven die kunnen zorgen voor schaalvergroting. Kortom, je hebt de hele keten van betrokkenen nodig voor beweging en verandering. Zoals ontwerper en strateeg Dan Hill in zijn slotbetoog van conferentie Design & The City aangaf: ‘You can crowdsource a revolution, but you can’t crowdsource a light rail system’ (zie: https://designandthecity.eu/you-can-crowdsource-a-revolution-but-you-cant-crowdsource-a-light-rail-system/).
Wat ik zie in het geval van de Knowledge Mile is dat het juist verbindingen zijn tussen gedreven mensen in organisaties en de omgeving, die zorgen voor de daadwerkelijke beweging. Knowledge Mile Park, waar de gemeente een lead partner van is, is hier een voorbeeld van. Door deze slagkracht is bijvoorbeeld de proef met de knip Weesperstraat mogelijk (zie: https://www.parool.nl/columns-opinie/de-knip-weesperstraat-is-goed-voor-de-doorstroming-van-fietsverkeer~b1250432/). Het laat zien hoe de communitygedreven aanpak samen kan komen met middelen en ondersteuning die grotere organisaties en overheden in huis hebben. Om terug te komen op Dan Hill: je hebt voor fundamentele veranderingen soms simpelweg ook financiële middelen en schaalvergroting nodig. In zijn notes van de Design & The City-conferentie gaat hij dieper in op het belang van schaalvergroting (zie: https://medium.com/dark-matter-and-trojan-horses/the-social-and-the-democratic-in-social-democratic-european-cities-31e0bc169b0b).
Tot slot betekent het betrekken van de hele keten ook het openstaan voor alle visies, meningen en achtergronden. Wellicht net zo belangrijk als financiële middelen is draagvlak en betrokkenheid. Het gedeelde speelveld kan alleen bewegen als er sprake is van deze inclusiviteit, anders zal er sprake blijven van een patstelling.
5. Deel kennis, geen stickers

Wanneer je als netwerkinitiatief start is het goed om in je achterhoofd te houden: dit is nog niet eerder gedaan. Je zet met anderen een bepaalde beweging in gang. Tijdens dit proces leert iedereen die erbij betrokken is. Dit creëert vervolgens nieuwe gebaande paden, die op zichzelf waardevol zijn. Door deze kennis te delen en je methodiek herhaalbaar te maken, kan het anderen helpen of aantrekken die op een andere plek of context werken aan hetzelfde of een vergelijkbaar vraagstuk.
Mijn advies als je vanuit een netwerkinitiatief communiceert is dan ook: kennis delen is de beste vorm van marketing om bij te dragen aan de beweging van het veld. Plak geen stickers op kennis door alleen te vertellen dat je kennis in huis hebt. Deel kennis voor, tijdens en na een project; zie kennisdeling als kans voor nieuwe verbindingen en aanscherping; en gebruik sterke bestaande voorbeelden en geslaagde experimenten als stippen op de horizon en om te laten zien dat het kan. Want juist door kennis te delen kan versnelling van de beweging plaatsvinden.
In januari 2021 stuurde OxfamNovib een oproep tot kennisdeling aan vaccinproducenten vanuit 54 organisaties. Deze brief beschrijft hoe een gedeeld speelveld (coronacrisis) sneller kan bewegen, maar wordt tegengehouden door geslotenheid (zie: https://www.oxfamnovib.nl/Files/rapporten/2021/Brief%20Wemos-Oxfam%20CTAP.pdf). Voorbeelden die laten zien hoe open ontwikkeling en kennisdeling kan werken zijn onder meer het Best Practice-initiatief (zie: http://archief.virtueelplatform.nl/best-practice/set/uitgelicht/) en de How Do You Do-evenementen (zie: https://virtueelplatform.hetnieuweinstituut.nl/activiteiten/how-do-you-do-2012) ontwikkeld door voormalig expertisecentrum e-cultuur Virtueel Platform. En het Open Research-initiatief van de gemeente Amsterdam (zie: https://openresearch.amsterdam/).
To boldly connect where there was no connection before
Tijdens het schrijven van deze handvatten en het teruggaan naar m’n eigen werk in onontgonnen gebied, kwam steeds weer dat idee van de Enterprise als voorbeeld van 20ste-eeuwse innovatie en kantoorcultuur naar boven. Het idee dat je vanuit een met marmer bekleed kantoorpand de ruimte verkent en concurrenten te slim af bent. Het is juist alles wat we in de 21ste-eeuw hebben gezien – en alles wat nog op ons af gaat komen – dat vereist dat we voorbijgaan aan deze fictieve muren. We hebben beweging nodig: van situatie 1 naar situatie 2.
De potentie van het oneindige veld van de netwerksamenleving – waar iedereen via digitale technologie nieuwe verbindingen kan leggen om samen verder te komen – is groot. Maar een oneindig veld is alleen een ruimte. Zonder beweging in de tijd komen we niet tot oplossingen, ontwikkeling en samenwerking. Zonder beweging ontstaan geen nieuwe, waardevolle verbindingen. En juist daarin kunnen netwerkinitiatieven als verkenner, versneller en aanjager van gedeelde speelvelden van grote waarde zijn.
Hoe zou een Enterprise er eigenlijk uitzien, als het een netwerkinitiatief zou zijn? Misschien zou het dan meer een hub zijn waar eenpersoonsruimteschepen zich flexibel aan vast kunnen maken. Afzonderlijk of in groepen kunnen de schepen nieuwe planeten ontdekken en tot nieuwe inzichten komen, om deze vervolgens weer te delen in de hub – een compatibele ruimte. To boldly connect where there was no connection before.
Twan Eikelenboom, februari 2021
Volg mijn posts op https://www.twaneikelenboom.nl/onderzoek/ of https://www.linkedin.com/in/txtwan. Tips, ideeën of aanscherpingen naar aanleiding van deze post? Laat het mij graag weten. Ook als je wilt samenwerken of ideeën uitwisselen: ik kom graag met je in contact.